Mijn opstel

2 maanden geleden is het dat ik nog een artikel heb geschreven.
Niet dat de energie niet stroomt, verre van, stromen doet het absoluut.
Ik heb de laatste maanden gewoon ervaren, geleefd in het nu.
Zonder dat ik de nood voelde om het te delen.
Alles laten binnenkomen, genieten, geconfronteerd worden, verbaasd zijn, evolueren.
Ook ovuleren heb ik gedaan, eens per maand (dit enkel ter info).

Ik beeld me in dat ik net 2 maanden zomervakantie achter de rug heb en terug op de lagere school zit. We krijgen de opdracht een opstel te schrijven van de afgelopen maanden. ‘Waar heb je je vakantie doorgebracht, wat blijft je het meeste bij en wat heb je geleerd?’ zijn de instructies die in krijt staan geschreven op het ouderwets groene bord.
Herinnert me eraan dat ik het afschuwelijk vond wanneer ik naar voren werd geroepen, aan bord. Alle ogen op u gericht, voor de leeuwen gegooid en dan hopen dat je het juiste antwoord wist.
Ik ben nooit graag naar school geweest, het voelde aan als iets tegennatuurlijk, had niet het gevoel dat ik er bijzonder veel leerde en had moeite om me in dat systeem te wringen, een prestatiegericht systeem dat voor mij niet werkte.
‘Waarom moet ik die leerstof in godsnaam allemaal in mijn hoofd steken, vanbinnen weten we toch al alles?’ bedacht ik me vaak.
Om dan nog maar te zwijgen over het puntensysteem. Wat zeggen die punten over mij? Het enige dat ik eruit kon afleiden was of je dingen goed kon onthouden of niet, maar verder…

Ik ben altijd een middelmatige student geweest, ik blonk nergens echt in uit, had er moeite mee om mijn best te doen voor iets waar ik het nut niet van inzag. Nu nog steeds niet trouwens. Ik was goed in andere dingen zoals creatief zijn, praten, fantaseren, tekenen, zingen (of dat dacht ik althans).
Praten, daar ben ik vrijwel zeker van gezien het in elk rapport vermeld werd, bij de opmerkingen… Ieder zijn talent!

Het volwassen kind

Op dat vlak verschilt de volwassen ik niet veel met het kind van vroeger.
Ook in het systeem, waar je na je schooltijd in terecht komt, voel ik me niet altijd thuis.
Maar dat gevoel, van niet op mijn plaats te zitten, creëert de kans voor mezelf om te ontdekken waar ik me dan wel in thuis voel.
En dat is vrij duidelijk voor mij:
Wanneer ik schrijf.
Wanneer ik zing.
Wanneer ik dans.
Wanneer ik in verbinding sta, met mijn eigen zelve.
In verbinding sta met mensen die me doen lachen, waarmee ik plezier heb, waarmee ik echte gesprekken heb, mensen met het hart op de tong en op de juiste plaats, met zuivere intenties, mensen waarbij ik me thuis voel.
Wanneer ik leer.
Wanneer ik uitgedaagd word.
Wanneer ik geconfronteerd word.
Wanneer ik geraakt word.
Wanneer ik ervaar.
Wanneer ik voel.
Wanneer ik leef.

Vroeger was ik op zoek naar mijn ‘droomjob’ en een vriend van mij zei me dat ik die nooit zou vinden.
Ik was teleurgesteld zoals een kind waaraan verteld wordt dat de kerstman niet bestaat.
Jaren later begrijp ik hem, die droomjob bestaat inderdaad niet. Niet in het systeem waar ik nu in mee draai, daar zal ik inhoudelijk nooit de voldoening uit halen waar ik naar verlang.

Het concept volgens hetwelk ik mijn brood verdien ligt wel al meer in lijn met wie ik ben. Ik werk nl. op projectbasis, wat betekent dat ik reis van het ene project naar het andere en gelukkig voor een leuke werkgever.
Dit laat me toe telkens nieuwe ervaringen op te doen, nieuwe (bedrijfs)culturen op te snuiven en nieuwe mensen te ontmoeten.
Ook wel verantwoord jobhoppen genoemd.
Op zich heel interessant en verrijkend maar toch mis ik telkens iets.
En hoe langer, hoe luider wordt de stem vanbinnen die gehoord wilt worden. Ze roept, ze tiert, ze scheldt me soms uit: ‘Kieken, hoelang moet ik nog wachten dat je iets met je aangeboren talenten gaat doen (wat die ook mogen zijn) en je naar je hart gaat luisteren?’.

De rustige rebel

Een aantal jaren geleden zat ik al met deze vraag bij coach Kim die intussen de overstap gemaakt heeft naar psychotherapeute.
Zoekend naar mijn missie in dit leven, naar zingeving. Zie me nog zitten die eerste sessie, vol energie, vol weerstand. ‘Dit kan het toch niet zijn? Er moet toch meer uit het leven te halen zijn dan opstaan tegen uw goesting, in de file gaan staan en 8h voor een scherm gaan zitten?’. Kan het nog absurder?
Toen was ik eerder rebels en verzette ik me tégen het systeem.
Er is sinds dan nog niet veel veranderd maar ben wel rustiger geworden en verzet me niet meer zo hevig. Hoe meer verzet, hoe meer weerstand, hoe verder ik van huis ben.
Ik heb geleerd te aanvaarden dat dit systeem nog even zal bestaan.
Er zullen nog heel wat burn outs aan vooraf gaan voordat het (over)duidelijk wordt dat dit systeem niet werkt, althans niet voor diegenen die aan het ontwaken zijn uit een diepe slaap.

Ik moet terugdenken aan de woorden van de man die in een ander leven absoluut míjn man zou geweest zijn: ‘Vieke, wat denk je dat je hier komt doen?’ was zijn vraag wanneer ik volop in weerstand ging tegen het systeem. Waarop ik antwoordde dat ik het niet wist.
‘Jawel, je weet het wel. Je bent hier om het anders te doen en een voorbeeld te zijn van hoe het anders kan. Je gaat in je eentje geen hele systemen kunnen veranderen maar als je anderen kan aansteken met uw vuur, dan heb je al half gewonnen.’
God wat mis ik deze man!

Ik hoef dus niet zo nodig op zoek te gaan naar een job waarvan ik verwacht dat die me zal vervullen, net zoals de illusie dat een relatie het antwoord is op eenzaamheid.
Het gaat veel breder, het gaat om wat ik wil verderzetten in dees leven, buiten een job om. Het gaat om het vuur in mezelf en hoe ik dit bij anderen kan aanwakkeren.
Straf hoe je soms pas jaren later achter de echte betekenis komt van woorden.
Dank u B. We zijn fysiek niet meer aanwezig in elkaars leven maar je bent nog altijd in staat het vuur aan te wakkeren.
Ik denk dat ik je voorbeeld ga volgen.

Ochja, dat opstel… Ik zei het toch, ik heb er moeite mee dingen te doen waar ik het nut niet van inzie. Dan maar 0/10 😉













2 reacties op ‘Mijn opstel

Plaats een reactie